Elektronische navigatie maakt het varen leuker en veiliger, als men het correct gebruikt.
Hier mijn tips:
1. Controleer op voorhand de instellingen van jouw elektronische kaartplotter, diepte meter, log en elektronisch kompas.
Een paar voorbeelden:
- staat je GNSS-ontvanger ingesteld op WGS84?
- zijn de dieptes in meter, afstanden in mijlen en snelheid in knopen?
- is jouw elektronisch kompas ingesteld op ware of magnetische koers ?
- welke kleuren op jouw scherm staan voor welke dieptes?
- hoe is de offset van jouw dieptemeter ingesteld? Kiel clearance – sensor diepte – waterdiepte?
- is je elektronisch kompas gekalibreerd ?
- is je radar gesynchroniseerd met je kaartplotter ?
- Zijn je koers over grond en voorlegging vectoren ingeschakeld en ingesteld ?
- enz...
Lees ook: correct gebruik van een GNSS-kaartplotter
2. Zorg ervoor dat jouw elektronische zeekaarten up-to-date zijn. Bij een tablet is dit eenvoudig uit te voeren, maar met vaste elektronische kaartplotter moet men eerste de drager (meestal SD-kaartjes) verwijderen, in een PC steken, updaten (als men een abonnement heeft) en daarna terugzetten in het toestel van de boot . De provider geeft ,helaas , geen enkele zekerheid dat de zeekaarten werkelijk up to date zijn en bijgewerkt met laatste "bericht aan zeevarenden" !
3. Vergeet niet om, met vector-zeekaarten, voldoende in te zoomen om alle details te zien op je geplande route. (Zie ongeval Volvo Ocean Race)
4. Zorg voor minstens één compleet onafhankelijke elektronische kaartplotter, zoals een tablet of een draagbare GNSS als back-up.
5. Hou er rekening mee dat jouw elektronische kaartplotter niet onfeilbaar is en bereid op voorhand jouw route voor met afstanden en koersen , (inclusief correctie voor stroming indien van toepassing) met de nodige visuele controles . Het maken van een passage plan volgens Solas V is een wettelijjke verplichting. Zet alles op papier , voorzie de nodige papieren zeekaarten , zodat je verder kan als alles uitvalt.
Lees ook : het maken van een passageplan
6. Bewaak continu jouw passageplan, noteer telkens het uur en de boot-logstand als je een waypoint* bereikt hebt. Je moet te allen tijde weten waar je bent. (Lees ook: Hoe jouw positie checken)
7. Maak, indien mogelijk, altijd waypoints* op plaatsen dat je visueel kan controleren.
8. Hou stipt een scheepslogboek bij.
9. Gebruik de ‘cross track error functie’ van jouw elektronische kaartplotter om jouw route te bewaken (eventueel met XTE-alarm)
10. Als je een automatische piloot gebruikt, vermijd om een waypoint* te maken rechtstreeks op een boei of een plaats dat gevaarlijk kan zijn . Kies eerder voor een veilige afstand ernaast.
Lees ook : de voordelen en nadelen van een automatische piloot
Tips:
- Vermijd om elektronische tablets te gebruiken als primair elektronisch navigatiemiddel, want ze zijn zeer gevoelig voor hitte en vocht en kunnen bovendien vallen.
- Koop een zo groot mogelijk scherm
(*) Een waypoint of een routepunt is een plaats op de aarde dat onderdeel is van een te volgen weg .
Lees ook :
- Kunnen we veilig varen zonder papieren zeekaarten ?
- Waarom mogen we niet afhankelijk zijn van de GNSS-posities
- Motorjacht vaart op de rotsen en verzekering dekt de schade niet
Voor vragen of opmerkingen kan je mij contacteren op nautinstruct@gmail.com