Wat is een veilige snelheid en wanneer is het van toepassing?
Het artikel 6 van de Internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee zegt dat een schipper tijdig maatregelen moet kunnen nemen om een aanvaring te voorkomen en/of aan de grond te lopen , rekening houdend met o.a :
1. De zichtbaarheid:
Regen, mist en sneeuw beïnvloeden de zichtbaarheid. Het begrip goede zichtbaarheid is voor elk schip verschillend. Voor een plezierjacht van minder dan 20m is één mijl nog steeds goed om tijdig in te grijpen. Voor een groot koopvaardijschip is dit te weinig. Onder zichtbaarheid moet je ook verstaan: de dode hoeken van koopvaardijschepen en beperkte zichtbaarheid achter de zeilen.
Lees ook mijn artikel : Hoe ver kan men zien op zee? - Varen in de mist – Bijna ongeval tussen een zeiljacht en een cargoschip.
2. De verkeersdichtheid:
Hiervoor zijn er geen duidelijke regels. Je moet als schipper rekening houden met de beschikbare ruimte die je hebt om een aanvaring te voorkomen en het gebrek aan kennis of goed zeemanschap van andere schippers. Een schipper moet ten allen tijde voldoende afstand houden om een aanvaring te vermijden. Hier geldt het gezond verstand - lees “goed zeemanschap”. Lees ook mijn artikel over bijna aanvaringen.
3. Het tegenlicht: Het tegenlicht kan de zichtbaarheid enorm verminderen. Hou er rekening mee dat als jij het licht meehebt het andere vaartuig in tegenoverstelde richting het licht tegen heeft!
4. De manoeuvreerbaarheid van het schip:
Alhoewel de meeste plezierjachten zeer goed manoeuvreerbaar zijn is dat niet altijd het geval voor schepen uit de beroepsvaart. Ook al heb je voorrang, je moet er rekening mee houden dat het andere schip je misschien niet gezien heeft of niet tijdig kan uitwijken .
5. ’s Nachts de aanwezigheid van achtergrondlichten:
De kust naderen in de duisternis kan heel verraderlijk zijn want de achtergrondlichten van het land zorgen ervoor dat je andere boten niet of amper opmerkt. Idem dito voor de lichten van de boeien en bakens. Deklichten van vissersboten of koopvaardijschepen kunnen ervoor zorgen dat de navigatielichten moeilijk zichtbaar zijn.
6. De wind , de zeestroming en gevaren voor navigatie.
De wind, stroming en hindernissen kunnen ervoor zorgen dat het navigeren een echte uitdaging wordt. Zorg ervoor de je een passage plan hebt en pas je snelheid aan zodat je voldoende tijd hebt om in te grijpen wanneer het nodig is.
7. De diepgang:
Pas je snelheid aan als je in gebieden komt waar het water gevaarlijk ondiep wordt. Het beperkt je manoeuvreerruimte. Lees mijn artikel: Is het water diep genoeg?
8. Kenmerken en beperkingen van de gebruikte radar:
Een radar is een zeer nuttig instrument om te navigeren en een aanvaring te voorkomen als men ermee werken kan. Hier is een degelijke opleiding en wat ervaring onmisbaar. Lees ook mijn artikel : Varen op radar.
9. Aanwezigheid van kleine schepen of andere drijvende voorwerpen die niet op voldoende afstand kunnen gezien worden. Hou er rekening mee dat er zich bij goed weer veel kleine bootjes op het water begeven : windsurfers , kajaks , peddelboards, jetski’s , speedbootjes... Ook visnetten zijn moeilijk zichtbaar en dit zowel overdag als ‘s nachts. ‘s Nachts zijn de kleine bootjes een reëel gevaar want ze varen meestal zonder licht of zonder radar reflector.
Opmerking : De meeste landen hebben een kustreglement dat verbiedt om snel te varen binnen een gebied van 300m van de kust (laag waterlijn in getijden gebieden).
Lees ook : Boetes op het water
Commentaar of vragen hierover mail ons op nautinstruct@gmail.com