Samenvatting meteo ( hemisfeer noord )
A. begin van een depressie – warm front
o Hoge wolken ( Cirrus )
o Wind krimpt en neemt toe
o Barometer daalt
o Bewolking neemt toe een daalt ( cirrostratus – altostratus )
o Dichter bij het warm front krijgen we regen ( nimbostratus )
o T° stijgt
B. Warme sector (tussen koud & warm front )
o Dichte en lage bewolking ( stratus )
o Wind stabiel in richting en kracht
o Barometer stabiel
o Hoge vochtigheidsgraad
o Mist & motregen
o Slechte zichtbaarheid
C. Passage koud front
o Wind ruimt snel
o Barometer stijgt snel
o Kans op onweer ( cumulonimbus )
o T° daalt
D. Achter koud front
o Helder weer
o Lokale buien
o Barometer stabiel
o rukwinden
o Goede zichtbaarheid behalve in buien
E. Occlusie ( einde van de depressie )
o Koud front haalt het warm front in
Volledig weersysteem verplaats zich van zuidwest naar noordoost
F. Vuistregels & weetjes
o Barometer stijging of daling van 6 Mb in 3 uur = 6 Bft
o Met wind in de rug is :
lage drukgebied = links
hoge drukgebied = rechts ( Buys Ballot wet)
o Van Knopen naar Bft : Kts + 5 :5 = Bft
o Rond een laag drukgebied draait de wind tegen de wijzers van de klok
o Rond een hoog drukgebied gebied draait de wind met de wijzers van de klok
o Als de wind vertraagt door wrijving dan krimpt hij ( boven zee & land )
o Als de wind versneld dan ruimt hij
G. Terminologie
o Imminent – binnen de 6 uur
o Soon – tussen 6 en 12 uur
o Later – na 12 uur
o Visibility good – boven de 5 mijl
o Visibility moderate – tussen 2 & 5 mijl
o Visibility poor – tussen 1000 m & 2 mjl
o Bad visibility– minder dan 1000 m
o Sea state moderate : golven tussen 1,25m & 2,5m
o Barometer falling or rising : change between 1,6 and 3,5 Mb in 3 hours
o Cycloon - depressie
o Anticycloon – hoog drukgebied
o Stabiel : koude lucht onder warme lucht – stratus
o Onstabiel : warme lucht onder koude lucht – cumulus
o Backing ( =Krimpen ) : draait tegen de richting van de wijzers van de klok
o Veering ( Ruimen ) : draait met de richting van de wijzers van de klok
H. Lokale fenomenen
o Zeebries : aan de kust begin van de namiddag
o Landbries : aan de kust na zonsondergang
o Zeemist – in de lente door warme lucht over koude zee
o Landmist – in de winter bij een zonnige dag en klare nacht